Gemeenteraadsverkiezingen 2026: samenwerken aan toekomstgerichte mobiliteit
In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 organiseerde het GNMI een inspirerend paneldebat met vertegenwoordigers uit het hele mobiliteitsveld. De centrale vraag: hoe vinden we elkaar in het versterken van verkeersveiligheid, leefbaarheid en duurzame mobiliteit in een tijd van krappe budgetten en grote opgaven? Onder leiding van Johan Leferink (Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen) schoven aan tafel aan: VVN, Fietsersbond, Wandelnet, BOVAG, ANWB, MensEnStraat, CvD (Coalitie van deelauto-aanbieders) en TLN.
30km/u als norm?
Een onderwerp waar veel aandacht naar uit ging was de invoering van 30 km/u als norm binnen de bebouwde kom. Peter Jonquiere (MensEnStraat): “Wonen, verblijven, spelen en buiten zijn moet centraal staan, niet het verkeer.” Leo Lamb (VVN) benadrukte hoe het denken over snelheid door de jaren heen is verschoven: “vroeger was 50 vanzelfsprekend, nu wordt 30 dat.” De ANWB nuanceerde het debat: “30 km/u, ja – maar niet overal. In- en uitvalswegen blijven 50.” De Fietsersbond vult aan: “dan wel veilig ingericht met vrij liggende fietspaden.” Uniformiteit tussen gemeenten is daarbij volgens ANWB essentieel. Jaap Kamminga (Fietsersbond) en Leo Lamb (VVN) riepen op tot verlenging van de SPV-subsidies: “Verkeersveiligheid vraagt blijvende inzet en financiering, ook voor fietsers en voetgangers.”
STOMP: mooi principe, maar landt het ook?
Het STOMP-principe werd als leidraad voor ruimtelijk en mobiliteitsbeleid benoemd, maar niet zonder kanttekeningen. Dani Sprecher (CvD) wees op de realiteit: “Veel inwoners zien hun eigen auto nog als essentieel. Toch zijn er mooie voorbeelden van autoluwe wijken – laten we die beter onder de aandacht brengen.” Anne-Marie Nelck (TLN) en Cas van Hardeveld (Wandelnet) legden de verbinding met logistiek en ruimtelijke ontwikkeling. “Een leefbare straat betekent óók een goed alternatief voor de auto,” aldus Wandelnet. “OV, lopen en fietsen moeten integraal onderdeel zijn van nieuwe woonwijken.”
Verkeershandhaving en lokale bevoegdheden
De vraag die het GNMI inbracht naar meer bevoegdheden voor gemeenten op het gebied van verkeershandhaving leidde tot debat. Jonathan Weegink (ANWB) wees op het belang van het vergroten van de ervaren pakkans. ANWB heeft het pleidooi van de gemeenten onderschreven om boa’s ook te laten controleren op snelheidsovertredingen van automobilisten. “Het zou goed zijn als dit in het regeerakkoord komt”. Tegelijkertijd klonk de waarschuwing: “Let op de perverse prikkel – verkeersboetes mogen geen verdienmodel worden.” Anne-Marie Nelck en Richardo Perdaan (BOVAG) wezen op het belang van harmonisatie tussen gemeenten voor een level playing field: “gemeenten hebben te veel verschillende regels, dat maakt het voor ondernemers nodeloos ingewikkeld”. Verder sprak VVN zorgen uit over de verkeerskundige kennis en capaciteit bij gemeenten. Het is dus ook extra belangrijk dat het SPV-subsidieprogramma wordt verlengd.
Parkeerdruk, autodelen en leefruimte
Parkeerdruk en de rol van autodelen vormden een ander belangrijk thema. Dani Sprecher (CvD): “gemeenten leven vaak in de veronderstelling dat bij hoge parkeerdruk het moeilijk is om autodelen in te voeren, maar dat is onjuist.” Hij benadrukte dat autodelen niet alleen milieuwinst oplevert, maar juist ook parkeerdruk vermindert: “Gebruik een rekentool, ga in gesprek met bewoners en kijk waar vergroening en deelmobiliteit samen kunnen gaan.” Anne-Marie Nelck voegde toe dat bij bedrijventerreinen nog veel te winnen valt, onder andere door meerlaags ruimtegebruik en voldoende voorzieningen voor elektrisch laden en laden en lossen bij bouwlocaties.
Stikstof, woningbouw en bereikbaarheid
Logistiek, woningbouw en stikstofmaatregelen raken elkaar steeds sterker. Gespreksleider Johan Leferink wees op het feit dat woningbouwprojecten zijn verweven met mobiliteitsprojecten. Bij stagnatie houden ze elkaar in de greep. “Woningbouw bestaat niet zonder mobiliteit, maar zorg voor alle modaliteiten, dus ook lopen en fietsen” aldus Cas van Hardeveld (Wandelnet). Anne-Marie Nelck benoemde het belang van logistieke hubs in de regio en niet aan de rand van de stad. ”Goederenvervoer is noodzakelijk, we moeten vooral inzetten op bundeling van goederen.
Technologie
Tot slot werd ook gekeken naar technologische oplossingen zoals IZA (intelligente snelheidsadaptatie) en andere rijhulpmiddelen die de veiligheid moeten verbeteren. De meningen waren verdeeld over de haalbaarheid op korte termijn. “Technologie biedt kansen, maar zo lang mensen systemen kunnen uitzetten, blijft handhaving nodig,” aldus Peter Jonquiere.
Samen vooruit: een duidelijke oproep
De terugblik van de panelleden was eensgezind: samenwerken is cruciaal. De vervoersector heeft elkaar gevonden in de mobiliteitsalliantie. Gemeenten moeten meer samen optrekken richting Den Haag én onderling beter afstemmen.
“Het GNMI-netwerk is uniek,” aldus Jonathan Weegink. “Gebruik het om gezamenlijk tot prioriteiten te komen. Dan kunnen we als één stem richting landelijke politiek opereren.” Of zoals Jaap Kamminga het scherp stelde: “We praten veel over principes, maar nu is het tijd voor uitvoering. De strijd om de ruimte is gaande, en daarin moeten we veiligheid, duurzaamheid en bereikbaarheid samenbrengen.”
Het GNMI blijft zich inzetten voor het versterken van de samenwerking tussen gemeenten en partners in mobiliteit. Beleid afstemmen, kennis delen en samenwerken.